winkelstraat

 

 

De winkelstraat begint steeds meer op een doodlopende weg te lijken. Een dagje shoppen is als een wandeling op een kerkhof. Op de glazen zerken staan droevige teksten als ‘Wegens omstandigheden gesloten’. In de weerspiegeling van de donkere holle ruimtes passeren consumenten op weg naar huis om online verder te winkelen.

Onzin natuurlijk. De winkelstraat heeft juist nog heel veel te bieden, maar kampt met een minderwaardigheidscomplex en staart zich blind op de online successen van de concurrentie in plaats van de focus te leggen op de eigen kwaliteiten. Het is bijna zielig hoe winkelstraatwinkels opkijken naar het internet en er alles aan doen om daar ook een beetje bij te horen. Als een klein wit jongetje dat wanhopig probeert zich als een Gangsta rapper voor te doen.

Oke, ik geef het toe. Consumenten zijn inderdaad errûg gevoelig voor gemak. Vanaf de bank bestellen en gratis thuisbezorgd krijgen, wie wil dat nou niet? Nou ja, niet altijd…

Soms willen we ook gewoon een beetje meer ervaring of een beetje extra zorg of lekker even snuffelen en ons laten verrassen. Of toch eerst even passen of van dichtbij bekijken of er gewoon even uit. Ja, dat kan ook.

Het valt me dan vaak zo tegen. Het lijkt of die winkels in de straat helemaal niet meer zitten te wachten op mij. Hoe kan dat? Alsof ik niet gezien wordt, alsof ik niet te vertrouwen ben, alsof ik ze stoor tijdens hun collegiale onderonsjes. En het meest wonderlijke is wel dat ze blijkbaar denken dat iemand die tijd heeft om een winkel te bezoeken, dus ook wel even kan wachten.

Zo maakt Hema van gewoon in de rij staan vaak een bijzonder lange kwelling. En dat voor een notitieboekje en een zak waxinelichtjes. Dan moet je het wel heel erg graag willen. Uiteindelijk blijf ik toch steeds weer wachten op mijn beurt, maar het moment is verpest. En de Hema is niet de enige, bakstenen winkels hebben van hun kassa een soort altaar gemaakt waar wij hebberige consumenten gehoorzaam dienen af te wachten op onze beurt om de portemonnee te trekken. Alsof in de rij staan én betalen niet iets is dat je áltijd met tegenzin doet.

Op uitzonderingen na, is vrijwel elke aankoop in principe een klein geluksmomentje. Omdat je iets komt te bezitten wat je graag wilde hebben. Of graag aan een ander wilt geven. Maar pas op als je vraagt of ze het willen inpakken. Met stip op nr. 1 van de inpak-irritatielijst staat de Bijenkorf: een winkel die bij uitstek cadeautjes verkoopt; een winkel die pretendeert een sterk style-imago te hebben. Het papier is er, de linten zijn er maar bij de meesten ontbreekt het talent om daar een behoorlijk pakje van te maken.

En ondertussen hebben ze het overal hartstikke druk. De klandizie valt dan misschien al jaren tegen, druk hebben ze het vooral met elkaar. Met discussies over pauzes, met roddels over klanten, met zorgen over omzet, met plannen voor het weekend, met grappen die wij niet begrijpen of met dingen die mij niet aangaan, zoals ik onlangs in een hobbywinkel getuige was van de evaluatie van een sollicitatiegesprek dat zojuist had plaatsgevonden. Hallo? Moet ik soms een winkelbelletje om m’n nek om opgemerkt te worden?

Allemaal irritaties die ik online niet heb. Maar op het moment dat ik wél wordt gezien en goed geholpen, als het moeilijke momentje vlak voor de kassa snel en pijnloos verloopt en het pakje er ook echt als een cadeautje uitziet, dan is ‘live’ winkelen zoveel leuker dan online op de digitale tast een product bestellen.