Nou nou… Dankjewel…

Gisteren werden de jaarlijkse sportprijzen uitgedeeld op het NOC*NSF Sportgala.
En stuk voor stuk kregen de winnaars te horen dat het ze gegund was.

Ja, natuurlijk! Sommige sporters zijn al jàren bezig om de prestaties te halen die ze
in het afgelopen jaar bereikt hebben. Maar al die andere sporters dan, die niet winnen?
Is het hen niét gegund dan?

Vast wel, maar blijkbaar weten we niet wat we anders moeten zeggen. Dus dan maar weer
die dooddoener. Niet alleen bij prijsuitreikingen, ook bij andere vormen van succes, geluk
en goed nieuws, klinkt maar al te vaak dit kant-en-klaar-cliché.

Het is je gegund. Brrrr… Ik krijg er altijd een beetje jeuk van.
Alsof de Gefeliciteerde de goedkeuring krijgt om van het succes te genieten.

Wie bepaalt dat? Zit er ergens hoog op een berg een Commissie van Vergunningen die, net als
elk nootje bij Duyvis, nauwkeurig onderzoekt op welke successen een oké-stempel komt?
En geldt die puntentelling dan ook bij ‘Je hebt het verdiend?’

Of wil de Feliciteerder benadrukken dat hij z’n eigen Autoriteit is op het gebied van Felicitaties?
Lekker belangrijk.

Het ergste van alles is dat het waarschijnlijk ook nog gewoon goed is bedoeld…

Waarom zijn goed-bedoeld-jes toch zo vaak geen goed-gevoel-tjes?

Buiten de BOX denken

Als kind vond ik het heel vervelend dat ik vrijwel niks zelf mocht bepalen.
Alles werd voor mij bedacht. Voor mijn eigen bestwil, maar uiteindelijk
weet ik zelf toch het beste wat ik wil. En niet wil.

Wat ik niet meer wil, is dat iemand anders voor mij bepaalt wat ik eet.
Omdat er op mijn voorhoofd heel groot >DOELGROEP< staat geschreven,
moet ik dat steeds weer uitleggen als er een vlotte knul van Hello Fresh
op me afkomt op straat.

De Maaltijdbox. Nee dankje, ik heb er geen trek in.

Fast Forward naar contentmarketing 2 . 0

CMFF-logo-orange-web

Het donkere zaaltje van de North Sea Jazz Club doet vermoeden dat we hier zijn voor een geheime bijeenkomt van een underground beweging. En misschien is dat ook wel een beetje zo, want de sprekers van vandaag staan op de barricade: Het moet anders! Het moet beter! Contentmarketing, het oogappeltje van marketeers, is toe aan fase 2.0. En een beetje snel graag, want het internet barst uit zijn voegen van willekeurige contentkul, halfgare inhakers en copy-paste pulp.

We zijn er eigenlijk al klaar mee, voor het goed en wel tot bloei is gekomen. En dat is jammer, want contentmarketing heeft veel te bieden. Voor de klant, omdat het eindelijk over hem gaat. En voor de organisatie, omdat het van binnenuit komt. Contentmarketing is in potentie goud voor je business! Zolang je het maar op de juíste manier doet. De boeken van de 8 sprekers van vandaag zijn dan ook stuk voor stuk te lezen als manifest.

In sneltreinvaart krijgen we van ieder van hen de kern van de zaak voorgeschoteld. De invalshoek wisselt en de nuances verschillen, maar samengevat kunnen we stellen dat ze het er samen over eens zijn: Contentmarketing heeft alleen zin als het zich weet te onderscheiden (DNA), onderdeel uitmaakt van de integrale marketingstrategie (visie) en relevant is voor de doelgroep (audience).

Dus een grappig filmpje van een chagrijnige poes op het internet plempen is volslagen zinloos, tenzij je een leverancier bent van anti-vlooienmiddeltjes of maandverband. Ga liever eerst eens nadenken over wie je bent, waarom en voor wie je content wilt maken en wat je ermee hoopt te bereiken. Lees meer

Stille getuige

Daar zit ze dan. Op het zoveelste kinderfeestje waar ze als debuterende moeder nu tot veroordeeld is, heel erg haar best te doen weer een beetje mooi te wezen. De spuuglappen, anti-lek-bh en het volledige gebrek aan ‘me’-time ten spijt, eindelijk weer eens een vleugje glamour. Glas prosecco in de ene hand, een flesje in de ander, want rupsje-nooit-genoeg is toe aan z’n triljoenste voeding. Ze doet haar best het achteloos en ontspannen te laten lijken, alsof ze hier haar hand niet meer voor omdraait. Ik zie het en ik zie ook dat de baby naar lucht ligt te happen omdat het flesje nèt te laag hangt… Jonge moeders zijn soms aandoenlijker dan hun baby’s.

Kunstknagers

Gezien in het museum:

Van die expo-experts die zich helemaal vastbijten in elk werk, die rücksichtslos ten opzichte van de andere bezoekers tussendoor schuiven en voordringen om met hun neus bovenop de beschrijving te kruipen. Vervolgens nog eens terugblikkend naar het object, de indruk wekken het allemaal veel beter te begrijpen dan ieder ander en daar in stille overpeinzing toch heel nadrukkelijk uitdrukking aan geven.

…en dan zo instemmend knikken…

 

Trial & Error

Having a bad day? Lukt niks en zit alles tegen? Trek het je niet aan…
Eigenlijk doen we allemaal maar wat.

Leven is een aaneenschakeling van trial & error.
Een geschenk zonder handleiding. Hoogstens en met mazzel, krijg je er één of twee ervaringsdeskundigen bij die je door de eerste jaren heen helpen. Ook aan die taakverdeling gaat geen geschiktheidstest of training vooraf. Er zijn wel richtlijnen, vanzelfsprekend, maar die bevinden zich eveneens in constante fase van trial & error. We verzinnen het leven terwijl het ons overkomt.

Pilates Pas

Ik ben allergisch voor sport. Dan krijg ik het heel warm, ga ik zweten, word ik duizelig en alles doet pijn. Kortom, ik ben er niet voor gebouwd. Een vriendin van mij ook niet, maar ze heeft drie kleine kinderen en dat is nog slechter voor haar rug dan sporten. Dus ze vroeg me mee naar een proefles pilates.

Een beetje onhandig staan we te wachten op wat gaat komen. De juf vraagt aan mijn vriendin waar precies de klachten zitten. Vervolgens kijkt ze naar mij en vraagt: ‘En jij? Heb jij nog ergens last van?’ Ik twijfel een seconde en zeg dan: ‘Uuh…ja, van onsportiviteit.’ Uit het instemmend gegrinnik van het groepje kan ik opmaken dat ik me hier in goed gezelschap bevind. We beginnen op onze rug, wat mij direct heel erg aanspreekt.

Na een half uur rustig aan met ontspannings- en aanspanningsoefeningen, wordt het toch echt iets serieuzer. Het achterstallig onderhoud piept en kraakt terwijl ik mijn ledematen strek en buig, maar ik wil me niet laten kennen. Terwijl we ons richten op billen, buik en benen, zijn het vooral de spieren van mijn – van pijn vertrokken – gezicht die het hardst werken. Mijn trainingsbroek, gewend om op de bank te hangen, weet zich geen raad met al deze poses en trekt zich steeds verder terug in mijn bilnaad.

Toch kan ik niet ontkennen dat mijn lijf zich achteraf best lekker voelt. Binnen mijn referentiekader het best te vergelijken met het uitrekken na een dutje. Ik zweer dat ik een pietsje leniger ben geworden! Maar sportiever…nee, dat niet. Al zit ik er stiekem over te denken om volgende week weer te gaan.